
We hebben het een paar keer herlezen, maar het staat er echt. Pontificaal op de site van de rijksoverheid; “Anders organiseren: Zo is het onvermijdelijk om het onderwijs anders te organiseren met minder leraren dan we gewend zijn, zonder in te leveren op kwaliteit. Dat kan door onderwijstijd anders in te vullen (1), gebruik te maken van digitale hulpmiddelen om leraren meer tijd te geven (zoals digitaal nakijken) (2) of meer variatie in onderwijspersoneel (3).” De ene helft van het primair onderwijs schrok zich naderhand een hoedje en reageerde verbolgen en gefrustreerd (kijkt u maar eens op twitter). De andere helft slaakt een zucht van verlichting door deze onverwachte wending die minister Slob gisteren maakte.
Het biedt perspectief. En dat is waar het om draait in deze fase. Natuurlijk kan het hele onderwijsveld niet van de één op de andere dag getransformeerd zijn; er komen ongeveer 2.400 voltijdsbanen tekort op de basisscholen en zo’n 500 in het voortgezet onderwijs. Dat betekent feitelijk dat er voor ruim 60.000 kinderen geen leraar is (op een totaal van 1,5 miljoen schoolgaande kinderen is dat 4%). Dus zelfs als het zou lukken om mensen te enthousiasmeren naar de Pabo te gaan, dan nog zit je met een enorm gat. Een gapend gat dat nog lang niet gedicht is, aangezien er jaarlijks gepensioneerden bij komen en huidig personeel iets anders gaat doen. Zelfs het smeermiddel waar iedereen op hoopte, in de vorm van een verhoogd salaris, kan daar niets aan veranderen. In talloze onderzoeken is al bewezen dat mensen in de regel geluk boven geld verkiezen (al bestaat er correlatie tussen variabelen zoals continent, land, omgeving, vrienden etc). Wie ongelukkig is voor, naast, of in de klas – zal geheid eieren voor zijn geld kiezen en ieders anders gaan doen. Dit staat los van het feit dat we iedere basisschoolleraar een hoger salaris gunnen dan het huidige.
Systeemcrisis
We bevinden ons als aardbol al een tijdje in een systeemcrisis. Dat wil zeggen, het oude dient ons niet meer en het nieuwe hebben we nog niet helemaal te pakken. Geeft niets! Komt vanzelf goed. Hoef je meestal weinig voor te doen, want we bewegen toch wel door. Al is het natuurlijk best lief als je meehelpt om het allemaal wat zachter en moeitelozer te laten verlopen. Overheden hebben hier in de regel een zware dobber aan. Die zijn zo statisch en vol structuren opgebouwd, dat ze weinig wendbaar zijn en niet zo snel kunnen schakelen naar meer flexibele organisatievormen. Overheidsinstellingen (‘schijnbedrijven’ die bestaan bij de gratie van belastinggeld) in het onderwijs vinden dit net zo complex; ze zijn in de jaren negentig allemaal gedecentraliseerd, wat inhoudt dat je met geld van de overheid ondernemertje mag spelen, maar het níet bent. Niet eens een beetje. Daardoor zijn ze alles behalve onafhankelijk.
In het basisonderwijs uit zich dit in een wonderlijk schouwspel met getouwtrek over wie wat mag en moet. Er kwam zelfs een knalroze boekje vanuit het ministerie waarin de hoed en de rand nog eens herhaald werden. Onderwijsstichtingen mogen zelf de regie pakken over het ‘hoe’ van hun organisatie, maar over het ‘wat’ beslist de overheid (dit zit o.a. verpakt in kerndoelen en financiële – en bestuurlijke kaders). Tel dat op bij de wetenschap dat je ver moet gaan voor ze je korten op het één of ander, gecombineerd met de loyaliteit en beroepsidentificatie van leraren, en je creëert vanzelf een moeras vol troebelheid. Het vraagt leiderschap en strategie waar lang niet iedereen tegenop gewassen is. Best ingewikkeld.
Maar de systeemcrisis is zowel een vloek als een zegen; een kans om de dingen anders te doen dan we gewend waren. Andere vormen te vinden, wegen te bewandelen, tijd te nemen voor ontwikkeling, het even niet-te-weten en langzaam naar iets nieuws toe bewegen dat beter past in het geheel. Eén van die kansen ligt binnen de easycratie: Vanuit de bureaucratie anders organiseren is easycratiseren.
Anders Organiseren
‘Anders Organiseren‘ zei de minister gisteren in de Eerste Kamer. ‘We gaan het Anders Organiseren’. Daarna volgde de tekst; ‘In de noodplannen wordt ook bekeken of het nodig is om af te wijken van bestaande regelgeving en welke voorwaarden daarbij horen. Hierbij staat de kwaliteit van het onderwijs en maatwerk voorop. De noodmaatregelen moeten de dagelijkse stress van scholen wegnemen, zodat scholen de ruimte krijgen om zich te richten op oplossingen voor de komende jaren’. Zo!
Nu doet het ministerie van onderwijs regelmatig onderzoek in de praktijk, en lopen er in de Hoftoren zelfs mensen rond die hybride werken en leraar-ambtenaar zijn. Een unicum op het wereldtoneel. Er is onlangs een tussenmonitoring verschenen over het project ’10-14 onderwijs’ waar twaalf scholen onderzoeken hoe de overgang tussen PO en VO gestroomlijnder kan. Kortom: Er gebeurt veel. Maar het blijft allemaal onderzoekend en verkennend, met een strakke ambtelijke regie. En juist om die specifieke reden is de insteek nú – rond de ‘noodplannen’ – zo relevant. Wellicht niet eens om de inhoud. Maar, omdat er afgeweken wordt van de norm en bureaucratische route die standaard genomen werden. Dat biedt kansen voor alle scholen in Nederland!
Het ongemak en de onzekerheid over de noodzakelijke verandering, hield het gemak van bewegen tegen. Alsof je vrijwillig een zak stenen een berg opsjouwt en nog steeds hoopt dat het diamanten zijn. Deze weerstand zien we trouwens in elk veranderingsproces, dus zo gek is het niet. Gelukkig zijn we, wat dat betreft, als mens nog wel aardig voorspelbaar. Alles is nú voorhanden om het vastgeroeste systeem te kantelen. Zeker nu de mensen die over regel- en wetgeving gaan ook openheid laten zien!
Een ander perspectief
Afgelopen zomer schreven we een artikel over meerdere perspectieven van waaruit je naar het lerarentekort kunt kijken. Dat maakte nogal veel los bij sommige lezers. Mensen reageerden zo nu en dan verbolgen en onthutst. Snappen wij best! Maar het loont enorm de moeite als u toch eventjes door de ogen van een ander kijkt. Je kon eens iets ontdekken dat je nog niet gezien had! We zetten ze onze blik even voor u op een rijtje:
1. Primair Onderwijs is stiekem Educatieve Kinderopvang: Als ouders geen opvang hebben, gaan ze dat heus wel gezamenlijk regelen. Zo ontstaan er mini-schooltjes. En reken maar dat daar dingen geleerd worden. En wie weet, nog op kwalitatief niveau ook…
2. Onbevoegd is niet gelijk aan onbekwaam. En vice versa: We moeten gaan werken vanuit andere waarden dan de huidige startkwalificaties. Een diploma zegt alleen dat je op een bepaald moment een opleiding goed doorlopen hebt, maar vertelt niets over het nú. Niets over hoeveel je erbij geleerd hebt. Assessments binnen de school zouden een uitkomst in zijn – ga gewoon aan de slag en ontdek hoe het gaat! (of je een klas kinderen kan leiden is snel genoeg helder! ;))
3. Onze 20ste eeuwse werkelijkheid is niet hun 21ste eeuwse werkelijkheid: Hoe graag we ook willen, wij weten niet hoe het is om in een digitale wereld op te groeien. De werkelijkheid is een perspectiefkwestie. Het idee dat de kinderen van nu het vervelend vinden om drie leraren per week te zien, is gebaseerd op ons eigen referentiekader. Het idee dat vier dagen scholen slechter is dan vijf dagen school, is gebaseerd op ons referentiekader. Elke tijd kent haar eigen vorm.
4. Maak gebruik van de sociale overwaarde van de school: Een school is een eco-systeem, met onbegrensde mogelijkheden, connecties, kwaliteiten en kansen. Maak eens gebruik van dat netwerk, lieve school!
5. Negeer Den Haag: dat hoeft dus nu niet meer! Want die staan open voor innovatieve organisatievormen. Hoezee!
6. Stop met het sponsoren van grote educatieve uitgeverijen en maak eigen materiaal digitaal: De vier grootste uitgeverijen verdienen gezamenlijk ruim €500 miljoen per jaar aan het primair en voortgezet onderwijs. Dit gaat allemaal naar commerciële bedrijven, gevestigd in het buitenland. De auteurs van de lesmethodes zijn in 80% van de gevallen leraren met een bijbaan, en ze verdienen gezamenlijk 20% van de €500 miljoen. Het scheelt ons een half miljard (!) op jaarbasis als we al het lesmateriaal digitaal maken en openbaar beschikbaar maken (open source heet dat). Auteursrecht gaat echt niet op als je een reeks sommen in een bepaalde volgorde zet, met een kaft er om. We vragen ons af hoeveel euro Pythagoras krijgt elke keer als zijn driehoek langs komt. Dus, geen probleem als leraren hun expertise weer op de juiste manier gebruiken. Drie keer raden wat we met het overgebleven geld kunnen doen…
Easycratische mindset
Het klinkt allemaal eenvoudig, maar de uitvoering vraagt uiteraard om meer dan dat. Niet iedereen is direct zo flexibel van geest, of heeft een stijl die zo wendbaar is als de rug van een cheetah. Het moet ook maar bij je passen. Easycratie is daarbij een speelse knipoog naar de bureaucratie: Met een flexibele mindset en de hefboomwerking van digitalisering kun je een hoop tot stand kan brengen. En tevens geld op de juiste plek leggen. De werkelijke oplossing ligt niet in het pompen van nog-meer geld, maar in het verschuiven van geld… Door slim te kijken wat digitaal en kosteloos kan, waar wendbaarheid zit en door je vooral niet te vast te leggen op plannen die toch nooit uitkomen. Behalve natuurlijk als ze wat wetswijzigingen en nieuwe ruimte meebrengen… 😉